Om de zoveel tijd, een week, twee weken, heb je dus een competitie gepland, waarbij je dan altijd een paar dagen rust, tapering, inlast ervoor. Nadien heb je dan opnieuw één, twee dagen rust voor de trainingen opnieuw beginnen. Dus je hebt binnen je schema wat microperiodisering, waardoor je training wat in golven gaat.
Wat we nu vaak zagen, is dat atleten bleven doortrainen, ook om een soort motivatie te vinden. Dat ging vaak over zes dagen op zeven, zonder dat daar nog veel golven in zaten. En omdat ze dan soms wat uitdaging zoeken, begonnen ze nog andere dingen te doen, waar ze niet meteen voor getraind waren. Zo hebben we ook redelijk veel stressfracturen gezien.
Een bijkomend probleem was dat we moeilijker bereikbaar waren. We moesten sluiten, konden enkel echt urgenties zien. Dus we konden moeilijk aan beeldvorming geraken, de kinesist of de osteopaat was moeilijker bereikbaar. Kleine afwijkingen gaan dan sneller tot iets groter leiden, omdat je ze niet meteen kan aanpakken.
Wat ook lastig was voor de atleten, is dat heel veel sportfaciliteiten gesloten waren. Veel atletiekpistes waren gesloten in het begin. Sport Vlaanderen heeft gelukkig, voor de echte elite-atleten, snel oplossing bedacht, zodat ze terug zwembaden binnen mochten of atletiekpistes op mochten.
Maar voor het sub-eliteniveau was het moeilijker. Ze moesten dan bijvoorbeeld op de weg trainen, omdat er geen piste open was, dat is ook weer helemaal anders. Ook zwembaden en fitnesscentra waren gesloten, dus je kon geen alternatieve trainingen inlassen. Neem nu een scheenbeenvliesontsteking: je kon niet in het water trainen, je kon niet op de crosstrainer trainen, er was geen kine beschikbaar, je kon niet op de alter-G trainen. Dus dat was een moeilijk iets.
En ook niet te onderschatten: het mentale aspect. Je merkt dat het heel moeilijk is om je focus te houden als er geen competitie in zicht is, of als je groot doel, zijnde de Olympische Spelen, wegvalt. En dan zie je bijvoorbeeld dat atleten atleten met kindjes, meer voor die kindjes gaan zorgen. Op zich geen probleem, maar dan is de nachtrust ook verstoord, heb je minder recuperatie, dat is ook een verhoogde kans op blessures.
Er heerste heel veel onzekerheid ook. Onzekerheid over competities: wanneer moet ik herbeginnen, wanneer moet ik echt gaan pieken naar een bepaald iets? Dat is ook moeilijk.
Daarnaast is er ook onzekerheid op financieel vlak, en dat mag je toch niet onderschatten. Dat gaat vaak over jaarcontracten, waarbij je een bepaalde prestatie moet leveren om een contract verlengd te zien. Als je die prestatie niet kan leveren, blijft de onzekerheid: wat gaat er gebeuren met mijn contract?
Ploegen die moeilijker aan sponsors geraken, of privésponsors waarvan je niet weet of ze gaan verlengen of niet. Die onzekerheid is niet goed, dat geeft stress en dat geeft ook een hogere kans op blessures.
Al die factoren samen maakt dat het voor iedereen denk ik een moeilijke periode was. We zijn er nu wel een beetje door, maar je moet je aanpassen aan de realiteit en vooral denken als medische staf: optimistisch blijven.
Ook: professioneel blijven, niet meegaan in het soms wat negatieve denken, het verlies van focus, of te veel beginnen freewheelen. Het is belangrijk dat je toch wel probeert de atleet bij de les te houden, probeert te zeggen: je moet de preventietraining blijven doen, hoewel ze er misschien op dat moment het nut niet meteen van inzien.
Daarnaast is het goed om te proberen wat interne prikkels te zoeken, die op korte termijn wat doelen geven. Op vlak van krachttraining bijvoorbeeld, waardoor ze dat blijven doen en ze toch de nodige aandacht daaraan blijven besteden.
En zo probeer je die periode wat door te komen. En dan moeten we eerlijk zeggen: wij hebben het geluk gehad dat we nog buiten mochten blijven trainen. Ik begeleid bij bij BMC, de triatlonploeg, ook een Spaanse atleet. Hij heeft twee maanden binnen moeten trainen.
Het gaat om langeafstandstriatlon, hij moest lopen op een loopband binnen. Dat word je natuurlijk kotsbeu. Dus wat deed hij om wat korter te trainen: zijn loopband in inclinatie zetten, dus met een hellingsgraad. Nu heeft hij een overbelasting van zijn psoaspees.
Dus je ziet atypische letsels die door de coronaperiode, de lockdownperiode gekomen zijn. Je moet je aanpassen aan de realiteit en zien wat de mogelijkheden zijn en flexibel zijn.
Je zei ook in het begin: we hebben eigenlijk meteen gecommuniceerd over extra preventiemaatregelen. Ik kan mij inbeelden dat, als een topatleet besmet zou raken met het coronavirus, dat serieuze gevolgen heeft?
Ja, dat kan serieuze gevolgen hebben. Het grote probleem is dat we er nog zo weinig over weten. Maar als we kijken naar wat er gebeurd is na de vorige SARS-epidemie, zien we dat die patiënten ook nadien, door wat littekenweefselvorming, een paar procenten longcapaciteit verliezen.
Een paar procenten, is echter wel het verschil tussen een goede amateur en meedoen aan de Olympische Spelen. Die zijn dus heel belangrijk. Daarom dat we zo streng waren -en nog altijd zijn- in die richtlijnen om materiaal te ontsmetten, handalcohol te gebruiken, mondmaskers te dragen, vluchten proberen te vermijden, proberen met privé transport te gaan, contacten te vermijden tussen atleten, iets wat soms niet gemakkelijk is, wat ze niet gewend zijn. Stages houden we liefst in heel kleine groep, of individueel als het kan.
Zo zijn er richtlijnen uitgeschreven door Sport Vlaanderen en door het BOIC met professor Bellemans. We hebben dus heel veel informatie meegeven aan de atleten, zodanig dat hun aandacht niet verslapt. We kunnen maar ons best doen.
In ieder geval, als alles goed gaat, dan zijn er volgend jaar wel Spelen in Tokio. Is dat dan voor jullie ook een enorme verandering in de planning qua medische begeleiding?
Op zich niet echt. Je moet deze periode door. In principe is er nu eind november opnieuw een pre-Olympische, jaarlijkse stage van het BOIC, waar alles op punt gesteld wordt. Het zou natuurlijk vervelend zijn als dat niet kan doorgaan. Dat is zo het jaarlijkse samenkomstmoment, waarbij ook kleine problemen worden opgelost.
Voor de medische staf is dat ook een goed moment om samen te zitten om te zien: welk materiaal moeten we meenemen? Als dat niet doorgaat, je kan dat overkomen, maar het is toch aangenaam moest dat kunnen doorgaan.
Natuurlijk, we weten niet hoe lang dit nog gaat blijven duren. Alles is afhankelijk van het vaccin. Als dat er maar is in het voorjaar, dan komt het wel redelijk kort tegen de Spelen. Dan kunnen er nog weinig stages doorgaan. Atleten moeten zich ook nog kunnen kwalificeren voor de Olympische Spelen, dus alles hangt ervan af hoelang het nog gaat duren. Maar dat is voor iedereen zo, he?